Vrijheid

Vrijheid

Vrijheid

Douglas Jillings voelt voor mij een beetje als een oudoom die ik nooit gekend heb. Mijn leven lang hoort hij al bij onze familie en toch is hij geen bloedverwant. Tussen de oude foto’s van mijn jeugd zit er eentje waar ik op sta als tweejarige, bij het graf van Douglas.

Douglas George Jillings is 18 april 1918 geboren in Finchly bij Londen. In de oorlog wordt hij gestationeerd als boordwerktuigkundige in East More, RAF squadron 158, waar even voor middernacht, op 19 juli 1942 een Halifax opstijgt, met als doel het bombarderen van een onderzeeërhaven bij Bremen.
De vijfkoppige bemanning zal hun bestemming nooit bereiken. Boven de Waddenzee wordt die nacht de Halifax, net als drie andere Engelse vliegtuigen, uit de lucht geschoten door een ‘nightfighter’ van de Luftwaffe. Het lichaam van sergeant Jillings spoelt aan op de Noordsvaarder. Op 3 augustus wordt hij op Terschelling begraven. De overige bemanningsleden liggen begraven in Harlingen, Franeker en St. Jacobiparochie.
Na de oorlog adopteren Terschellinger schoolkinderen, waaronder mijn moeder, de oorlogsgraven van de omgekomen militairen. En zo belandde Douglas bij ons in de familie. Douglas zijn vader was een jaar voor zijn dood overleden. Zijn oudere broer John Albert, die ook boordwerktuigkundige was, crashte twee jaar na Douglas met zijn vliegtuig boven Parijs. Hoe sterk moet zijn moeder zijn geweest om zoveel leed te kunnen dragen?
Ik groeide op met de traditie dat elk jaar op 4 mei bloemen gezet werden op Douglas zijn graf. De foto van mij als peuter is gemaakt om naar zijn familie te sturen, waar mijn ouders nog een tijd contact mee hadden. Enige jaren geleden is het contact tussen de beide families weer hersteld, nu ik via Facebook contact heb met familie van Douglas in Canada.

In ‘t Behouden Huys is vorig jaar de tentoonstelling ‘Wonderlijke Waarheden’ geopend. Dit zijn vijf installaties, gebaseerd op waargebeurde verhalen uit het gelijknamige boek, geschreven door Richard van der Veen. Toen het museum tussen de twee lockdowns open was, vroeg ik vaak aan de bezoekers welke van de vijf verhalen ze het mooist vonden. Het meest was men onder de indruk van het verhaal van ‘het sinaasappeltje’. Het is het verhaal van William Rutherford, 26 jaar oud en Edmund John Roberts Fowler, 20 jaar oud, die omkomen als de Wellington van squadron 12 op 2 januari 1942 beschoten wordt door een Messerschmitt. Het vliegtuig maakt een noodlanding op het strand, maar twee bemanningsleden komen om en de overige vier worden krijgsgevangene gemaakt.
De Duitse legerarts die de lichamen van de omgekomen vliegeniers onderzocht, haalde uit de zakken van een van de mannen een sinaasappel en gaf die aan doodgraver Hendrik Maas, die het kleinood meenam naar huis. In plaats dat de sinaasappel opgegeten werd, werd hij als een soort monumentje voor de omgekomen Engelsen, voorzien van datum, op het dressoir gezet en heel veel jaren later, door weduwe Sieke Maas, aan ‘t Behouden Huys geschonken. Waarom juist dit verhaal en het onooglijke, gedroogde stukje fruit zo tot de verbeelding van de bezoekers spreekt, komt aan de ene kant omdat het zich afspeelt in een tijd waarover we de verhalen nog rechtstreeks gehoord hebben van onze ouders en grootouders. Een tijd die weliswaar ver achter ons ligt, maar waar we ons nog wel een voorstelling van kunnen maken. Aan de andere kant spreken verhalen ons het meest aan, als we beseffen dat de hoofdrolspelers gewone mensen zijn, zoals jij en ik. Mensen die gewone dingen doen, in dit geval iets te eten meenemen als je niet weet hoe lang het duurt voor je weer een normale maaltijd krijgt.

De verhalen van Jillings, Fowler en Rutherford, zijn maar enkele van de vele droevige voorbeelden van mannen die hun leven gaven voor onze vrijheid. Fowler en Rutherford liggen in de graven 36 en 37 van het oorlogskerkhof op Terschelling begraven. Jillings ligt in graf 64. Elk jaar als ik bloemen neerzet op het graf van Douglas, maak ik een rondje over het kerkhof. Ik kijk naar de namen van de mannen en vooral naar hun leeftijden. Jongens waren het nog.
Alle mensen die vinden dat we door de corona en de daarvoor geldende beperkingen niet meer in vrijheid leven en deze tijd vergelijken met die van de Tweede Wereldoorlog, kan ik van harte aanraden om ook eens over een oorlogskerkhof te lopen en de namen en leeftijden in je op te nemen. Het werkt louterend. Je kan alles weer beter in perspectief zien. . En besef bij elke sinaasappel die je eet hoe goed we het nu hebben. Vier de vrijheid en geniet van wat er nog wel kan.

We weten niet wanneer het museum weer te bezoeken is en wanneer de ‘Wonderlijke Waarheden’ weer te bekijken zijn. Het verhaal over Fowler en Rutherford is wel te lezen in het bijbehorende boek, te bestellen via de webwinkel op www.behouden-huys.nl

Tekst; Nienke Meijvogel-Blom
Op de foto; Douglas Jillings