Voorwerpen met een verhaal

allerhande voorwerpen uit het museum

Voorwerpen hoeven niet heel waardevol te zijn om museumwaardig te zijn, als ze maar een verhaal vertellen. Het beste voorbeeld daarvan in 't Behouden Huys is het sinaasappeltje; een totaal verdroogde, maar bewaard gebleven vrucht uit 1942. Een wonderlijke getuige van de oorlog op Terschelling. Het is denk ik het minst waardevolle voorwerp in onze collectie, maar het is tevens het voorwerp wat het meest verbaast en ontroert. 

Bij de kast met zeemanssouvenirs kan je je ook voorstellen dat er mooie verhalen achter de souvenirs zitten. Waar komen ze vandaan? Wie heeft het gemaakt en hoever zijn ze op reis geweest voor ze op Terschelling aankwamen en tenslotte bij ons in de vitrine beland zijn? We hebben natuurlijk ook veel voorwerpen die puur educatief zijn en daardoor waardevol. De kans dat daaraan ook verhalen zitten is  groot, tenslotte is alles oud en gebruikt, maar dingen waar we het verhaal van kennen raken ons het meest. In ons dagelijks leven is dat eigenlijk net zo. 

 We hebben allemaal wel van die dingen in huis die ons herinneren aan een persoon of juist aan een vakantie of gewoon een mooie tijd. Voorwerpen die voor een ander van geen enkele waarde zijn, maar voor jezelf juist zo dierbaar, omdat je even terug in de tijd bent. Je dierbaren zie je in gedachte voor je als je naar het voorwerp kijkt, of je bent zomaar even terug in vroeger tijden, of op een andere plek. Maar soms heb je ook voorwerpen waar je het verhaal niet van kent, maar die je daardoor juist intrigeren. Je huis is vaak gewoon een eigen historisch mini-museum van je leven. Een huis vol verhalen.   

Toen wij ons huis kochten, kregen we er, al of niet per ongeluk, wat verhalen bij van de vorige bewoners. Op het dak en op de oude vlaggenmast stonden windwijzers in de vorm van een tanker. De eerste bewoner van het huis voer op een tanker en omdat mijn man hetzelfde beroep heeft, was het alsof het huis op ons stond te wachten. Die windwijzers hoorden duidelijk bij het huis en zijn bewoners. Op zolder kwamen nog twee voorwerpen tevoorschijn. De bekende prent van de brand van 1666, ingelijst en wel en toen ik mijn familie het huis liet zien haalde mijn broer een scheepje in een fles vanachter een balk tevoorschijn. Schatgraven op je eigen zolder…

Ik had nooit gedacht dat het huis zoveel later nog een voorwerp prijs zou geven. Bij het graven in onze tuin voor de glasvezelkabel werd een koffiekopje naar boven gehaald. Zogenaamd hotelporcelein, effen wit, dik en stevig. Nog volkomen gaaf, ondanks dat het er al decennialang gelegen moet hebben. Wij wonen er nu 30 jaar en toen wij erin kwamen stonden er coniferen op die plek, die er waarschijnlijk kort na de bouw in 1958 geplant zijn. Het kopje moet onder de coniferen in de grond hebben gezeten. Het is een doodgewoon kopje. Zoals je nu nog steeds koffiekopjes hebt, maar dan met een beetje een buikje, als een klein soepkommetje. Het is helemaal niets en toch intrigeert het me. Hoe is dat kopje daar gekomen? Dronk degene die de coniferen plantte tussendoor koffie en is het per ongeluk in de grond terecht gekomen? Of is het een zeevaartschoolstudent in de jaren '50 geweest die het meegenomen heeft en toen het leeg was in de begroeiing heeft gegooid en hebben we te maken met de allereerste 'Coffee to Go’? Een voorwerp hoeft niet duur te zijn en een ‘opgraving’ niet van archeologische waarde. Zolang je er maar iets bij voelt en een verhaal bij kan bedenken is ‘t het bewaren waard. 

 

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom