Vernieuwen

kast met medailles in tentoonstellingsruimte

Er is een Engels gezegde: If life gives you lemons, make lemonpie. Oftewel, geeft het leven je zuur, probeer er zoet van te maken. De eilanders zijn daar altijd goed in geweest. Letterlijk zelfs. Kijk maar naar het verhaal van de cranberries. Een jutter vindt een vat, hij denkt dat er wijn in zit, maakt het open en vindt alleen maar verschrikkelijk zure bessen. Hij laat het open vat in het duin liggen, de bessen vinden hun weg in de natuur en groeien uit tot struikjes en jaren later is de cranberry ons beste 'exportproduct’ en is er geen terras meer te vinden waar geen cranberrygebak geserveerd wordt. De teleurstelling van de jutter, omgezet tot lekkernijen met commerciële waarde. 

Eilanders zitten niet snel bij de pakken neer. Bezoekers van het museum zijn na hun bezoek vaak onder de indruk hoe de eilander bij tegenslag altijd weer opkrabbelde en hoe uit iets nadeligs weer iets positiefs gehaald werd. Bovendien gaat men met de tijd mee. We vinden het belangrijk onze oude cultuur te behouden, maar wel op een moderne manier. 

 We zien dat vooruitstrevende door de eeuwen heen terugkomen. Willem Barentsz is natuurlijk de bekendste Terschellinger, die vooruitgang zocht in het vinden van een Noordelijke doorgang naar de Oost, waardoor de tocht naar China een stuk korter zou worden. En meer eilander zeevaarders zijn belangrijk geweest in de ontwikkeling van de scheepvaart. 

Maar ook 1666, na de brand door de Engelsen zaten de eilanders niet bij de pakken neer en bouwden West-Terschelling, nadat dominee Grevesteyn o.a. een verloting georganiseerd had om geld in te zamelen, in een paar jaar weer op. 

Vooruit, mee met de stroom, het zit de eilanders in het bloed. Moet er door tegenslag iets aangepast worden, dan maakt men daar gelijk het beste van. Neem nou de boeren op het eiland. Het boerenbestaan was vroeger echt geen vetpot. Dus waren de boeren de eersten die bij de opkomst van het toerisme daar de oplossing zagen van hun schamele bestaan. In de boerderijen werden appartementen gebouwd, of een schuur werd verbouwd tot zomerhuisje. Zo konden ze blijven boeren, maar kwam er wel voldoende geld binnen. Maar ook in de huidige tijd passen ze zich snel aan. Nog voordat het stikstofvraagstuk dagelijks in het nieuws zou komen, werden de meeste eilander boerderijen al biologische bedrijven. De weilanden zijn met hun verscheidenheid aan weideplanten een plaatje om te zien, de weidevogels varen er wel bij en de melk hoeft niet meer naar de vaste wal en kan verwerkt worden in de Terschellinger kaasfabriek. Dat is nog eens denken in oplossingen. Of neem de Milieujutter en de  Jutfabriek. Nog twee mooie initiatieven. Al het plastic wat op het strand aanspoelt is natuurlijk een drama voor het milieu. Deze twee bedrijven doen er wat aan. Het plastic afval wordt van het strand gehaald en bij de Jutfabriek wordt het vervolgens vermalen en omgesmolten tot nieuwe voorwerpen. Van ouderwets strandjutten tot recyclen.

In het Behouden Huys proberen we ook voortdurend oude cultuur en verhalen te behouden, maar wel op een moderne manier weer te geven. Mee met de vooruitgang, maar in een sfeer die bij het verleden past. Verhalen die op een moderne manier, met behulp van projecties weergegeven worden, met als hoogtepunt van moderne techniek natuurlijk het indrukwekkende verhaal van de Lutine; weergegeven met hypermoderne techniek, maar ingebouwd in een replica van het wrak, wat met ouderwets timmerwerk tot stand is gekomen. En verbouwen en vernieuwen in een museum is eigenlijk net als verbouwen thuis. Je begint met een klein kamertje of muurtje en voor je het weet staat je hele ‘huys’ op zijn kop. Nadat de Lutine op de reddingzolder ingebouwd was,  had de zolder zelf ook wel een update nodig. De puntjes moeten nog op de i gezet worden, maar het is nu al een stuk mooier en sfeervoller dan het was. Het is een soort maritieme huiskamer geworden, waar je ook rustig even kan gaan zitten.

En tegelijk zijn we achter de schermen druk bezig met de website en de sociale media. Ook die krijgen een volledige opknapbeurt, want we mogen dan een historisch museum zijn, we zijn zeker niet ouderwets. Vanaf deze maand gaat aan de invulling van de facebookpagina ook wat veranderen. In november 2020, toen het museum dicht moest i.v.m. corona, werd ik gevraagd om elke week iets te schrijven voor de facebookpagina, om te zorgen dat we ook tijdens de sluiting in beeld zouden blijven. In het begin was het een beetje aftasten hoe ik het in zou vullen. Met een dicht museum zonder enthousiaste bezoekers is het moeilijk om iets over onze collectie en tentoonstellingen te schrijven. Dus schreef ik al snel over dat wat we niet tentoon kunnen stellen, maar waar we wel over vertellen kunnen; de gebruiken, tradities en bevolking. In totaal  kwamen er de afgelopen 2,5 jaar 123 ‘museumstukjes’ voorbij, met deze erbij 124. En er zullen er zeker nog wat bij gaan komen, maar in plaats van een keer per week, zal er een keer per maand een column of interview geplaatst worden en gaan we de andere weken anders invullen. Dit alles om te vernieuwen, maar ook omdat het mij, na zoveel afleveringen niet meer lukt om elke week een onderwerp te vinden. We hopen dat jullie wel het museum blijven volgen en blijven reageren. Ik heb in ieder geval genoten van jullie reacties elke week.

Tot volgende maand! 

 

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom