Ter land, ter zee en in de lucht

Ter land, ter zee en in de lucht

Op het moment dat ik dit schrijf ben ik net terug van een glibberige, korte hondenuitlaatronde over de zwaar beijzelde grond. De ijzel luidt het einde van de winterse periode in. Volgend weekend 15 graden meldt het weerbericht. We hebben even mogen proeven aan een ouderwetse winter, al duurde het korter dan verwacht. Wat wel duidelijk was, is dat we in een echt strenge winter ondanks al het technisch vernuft van tegenwoordig, niet zonder ouderwetse degelijkheid kunnen.

Dat de supermarkt een foto op facebook zette van een van hun medewerksters in bedrijfskleding naast haar arreslee met daarbij de tekst dat zij het bezorgen over zou nemen als het met de auto niet meer lukte was natuurlijk meer als grapje bedoeld.
Meer serieuze voorbereidingen op een strenge winter zagen we in de haven. Toen de winter losbarstte met een zware sneeuwstorm en het eerste ijs in de haven lag, werden de nieuwe veerboten van Doeksen uit de vaart gehaald en voer in plaats daarvan de oude ‘Midsland’ weer.
En de reddingboot ‘Arie Visser’ kreeg gezelschap van de bijna honderd jaar oude museumreddingboot ‘Brandaris’. Mocht de ‘Arie Visser’ opgeroepen worden, dan zou de ‘Brandaris’ de ‘Arie Visser’ de haven uitslepen, omdat de koelwatersystemen en waterjets van de moderne reddingboot verstopt kunnen raken door het drijfijs in de haven. Het in actie komen van beide schepen was tot nu toe niet nodig, maar de oefening verliep perfect.

In een week winter viel de ijsgang uiteindelijk wel mee. Het werd geen winter die de boeken in zou gaan als eentje waarin de Waddeneilanden geïsoleerd raakten en een luchtbrug opgestart moest worden. Dat was in strenge winters in de voorgaande eeuw wel anders.
In de winter van 1928 en 1929 moest een 2-motorige Fokker F-VII van de KLM ingezet worden om de eilanden te voorzien van noodzakelijke goederen en de post van en naar de eilanden te verzorgen. In de ’40-, ’50- en ‘60er jaren werd deze noodluchtbrug overgenomen door de luchtmacht. Er werden kleine toestellen gebruikt die genoeg hadden aan een geïmproviseerde landingsbaan van 300 meter. Zo werden De Havilland Beaver en Dominie ingezet, maar ook de Piper Cub. Niet alleen verzorgden ze de post van en naar afgesloten gebieden en eilanden, ook vervoerden ze vracht en personen. Zo werden in de strenge winter van 1956 in totaal ruim 51 vlieguren gemaakt met 109 landingen en werden 409 personen, 2640 kilo vracht en 21.748 kilo post vervoerd. Dat laatste kunnen we ons in deze tijd amper meer voorstellen.

In de lange en strenge winter van 1963, die 22 december 1962 begon en tot 3 maart 1963 eindigde, werden zelfs in totaal 750 vluchten naar afgesloten eilanden uitgevoerd en werd 38.000 kilo post en 16.000 kilo goederen vervoerd maar ook zo’n 2000 passagiers. Wanneer je in aanmerking kwam voor vervoer per vliegtuig is onbekend, maar de selectie zal niet enorm streng zijn geweest. Ik ken toevallig het verhaal over een fokker van Gordon Setters op Terschelling die net in de winter van 1963 een van zijn honden wou laten dekken door een reu aan de vaste wal. Ook hij is samen met zijn hond vanaf het Groene Strand per vliegtuig naar de vaste wal gegaan…
In dat jaar werden de vliegtuigen niet alleen voor mensen en goederen ingezet, maar ook voor dieren. De vogels op het wad hadden zo te lijden onder de strenge winter dat ze bijgevoerd moesten worden. Kilo’s vogelvoer werden door de vliegtuigen van de luchtmacht gedropt.

Gelukkig zijn we als afgelegen gebied in de winter nooit zo in de problemen gekomen als de bewoners van het plaatsje Nome in Alaska. Toen daar in 1925 difterie uitbrak en verdere verspreiding onder kinderen en tieners voorkomen moest worden was de enige mogelijkheid om een serum daar te krijgen per hondenslee. 20 Mushers met in totaal 150 sledehonden maakten via een estafettesysteem de barre tocht van 1085 kilometer in een recordtijd van 5,5 dagen en redden daarmee vele levens. Gelukkig hoeven we ons op Terschelling geen zorgen te maken over de aanvoer van het coronavaccin. Dat wordt deze week gewoon per helikopter ingevlogen. Modern vervoer, maar met bovenstaand verhaal over luchtbruggen in gedachte toch met een historisch tintje...

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom
Op de foto links onderaan: Henk Cupido en Hessel Hek.
Bron voor de tekst: magazines.defensie.nl