Op portret gaan

Gevel fotozaak

Op de facebookpagina 'Terschelling in Vroeger Tijden', kwam laatst weer een prachtige, oude foto van de Frethoek voorbij. Het is een doorkijkje door de huidige Westerbuurtstraat, richting het duin waar nu het zeeliedenmonument staat. Alle personen die erop staan kijken naar de camera. In eerste instantie zie je alleen de mensen vooraan op de foto. Wat vooral opvalt is de vrouw, of het meisje, midden op de foto, die haar jurk of rok wat vreemd vast heeft. Zij lijkt de enige die nog niet klaar was voor de opname. Kijk je nog beter, dan zie je dat zelfs op het duin erachter, in de verte, een grote groep mensen poseert voor de camera. 

Ik mag zo graag naar dit soort plaatjes kijken, er is zoveel op te ontdekken. Wat mogen we blij zijn dat fotografen de moeite hebben genomen om het gewone eilandleven op de gevoelige plaat vast te leggen. Mooie uitdrukking: de gevoelige plaat. Het geeft exact weer hoe de fotografie ontstaan is. 

Rond 1820 hielden diverse uitvinders zich bezig met het bedenken van een manier om beelden blijvend vast te kunnen leggen. Men kende wel al heel lang de camera obscura, die door middel van een lens beelden projecteerde op een donkere achtergrond, maar echt een afdruk maken kon niet. Men probeerde de camera obscura om te bouwen tot een camera die beelden vast kon leggen. Twee uitvinders stonden aan de wieg van de fotografie. Niépce, een Fransman, maakte de allereerste foto, door het mengen van asfaltpoeder, olie en andere stoffen tot een lichtgevoelige vloeistof. De belichtingstijd van die allereerste foto, het uitzicht vanuit zijn raam, was maar liefst 8 uur! 

Tegelijkertijd bedacht de Engelsman Fox Talbot een techniek met zilverzouten; de calotypie, waar 'maar’ en belichtingstijd van een half uur voor nodig was. 

Niépce overleed in 1833, maar een andere uitvinder, Daguerre, ging verder waar Niépce gebleven was. Bij toeval ontdekte hij hoe de afdrukken verbeterd konden worden. Hij had een paar mislukte afbeeldingen in zijn scheikundekast gelegd en was daarna wel aan een drankje toe, dus vertrok naar het café. Toen hij na een tijdje terugkwam, bleken de foto's opeens verbeterd te zijn. Niet omdat een paar borrels de wereld mooier deden lijken, maar omdat de kwikdampen van een kapotte thermometer in zijn kast invloed hadden gehad op de ontwikkeling van zijn foto's. Het was een mooie ontdekking, maar het proces bleef tijdrovend.  De fotograaf moest eerst de 'gevoelige plaat’ bewerken met de vloeistof en die dan in de camera plaatsen, waarna hij een paar minuten had om zijn foto te maken.

Foto’s maken was een langdurige en serieuze zaak. Dat is op oude foto’s duidelijk te zien. Onze voorouders lachten daarop nooit, zelfs op oude klassenfoto’s zie je zelden een kind lachen. De reden daarvan was de lange belichtingstijd. Een tijd doodstil moeten zitten met steeds een lach op je gezicht is best moeilijk, eigenlijk net als poseren voor een schilder. Naarmate de belichtingstijd korter werd, werden de foto’s minder serieus en minder geposeerd en werd fotografie steeds meer voor iedereen bereikbaar. Zouden de uitvinders van toen hebben kunnen bedenken dat we tegenwoordig binnen een paar seconden een foto kunnen maken en de wereld over kunnen sturen? 

Ik had het in mijn jeugd nog niet eens kunnen bedenken. Je had natuurlijk al de kiekjes die je ouders namen. Eerst nog in zwart-wit, later in kleur. Na verloop van tijd verkleurden de afdrukken altijd. De roodtinten bleven het best zichtbaar. En hoeveel Terschellingers van mijn leeftijd zullen als baby of peuter op hetzelfde kleedje, met dezelfde speeltjes gefotografeerd zijn bij fotograaf Smit in de Torenstraat? Later als puber mijn eerste fototoestel, een oudje van mijn vader. De afweging maken of het onderwerp mooi of leuk genoeg was om een foto te maken, want voor je het wist was je rolletje vol. En dan een week in spanning of de foto’s gelukt waren. In de tweede helft van de jaren ’80 kwam de ‘één-uur-service’. Wat een wonder, na 1 uur je foto’s al kunnen bewonderen. En nu? Nu nemen we maar raak foto’s. De spanning is weg, hooguit vragen we ons nog af hoeveel likes we op een foto krijgen…

Binnenkort krijgt het Behouden Huys een nieuwe website en zal er ook een frisse wind door de sociale media gaan. Een nieuwe website, betekent ook nieuwe foto’s. Dus was het museum vrijdag een fotostudio vol met medewerkers, vrijwilligers en figuranten. Het was wachten, opgeroepen worden, ‘poseren’ en soms alles nog een keer over doen. Het werd een gezellige en hier en daar hilarische chaos.  ‘Op portret gaan’, is zeker niet mijn hobby, maar ook ik moest eraan geloven, evenals een van mijn honden. En nu is het ouderwets afwachten hoe de foto’s geworden zijn. Over een paar weken zullen we het weten.

De komende twee weken ben ik op vakantie. De collega’s zullen het wekelijkse ‘museumstukje’ even overnemen. Ik zal zeker foto’s maken van alles wat ik zie. Geen selfies. Dat onderdeel van de moderne fotografie laat ik aan mij voorbijgaan… 

 

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom

Foto: Cor Swart