Op ‘e riid

Op ‘e riid

Twee weken geleden schreef ik over Sint Jan. Ik schreef dat het wat onduidelijk was hoe het zit met de oorsprong van het feest. Omdat het vroeger op verschillende datums georganiseerd werd, lijkt het toeval dat het uiteindelijk op de feestdag van Sint Jan, of Sint Johannes gehouden werd en diezelfde naam kreeg. Helemaal verwarrend wordt het als we zien dat er oorspronkelijk, toen men op het eiland overwegend Rooms was, wel een eigenlijke Sint Jansviering was, maar dat die juist op de tweede zondag na 24 juni, de naamdag van Sint Jan, gehouden werd. En dat feest, is de oorsprong van ons huidige ‘Op ‘e riid’.

De traditie is erg oud. Volgens overlevering hield men voor de hervorming, een processie met paard en wagens, die steeds verder Oostwaarts trok en waarbij steeds meer wagens zich aansloten. Het eindpunt zou de Sint Janshoek op de Grië zijn geweest, de grens tussen land en wad bij Paal 22, waar een bidstond gehouden werd voor heilige voorspoed en zegen bij de komende oogst. Er zijn bronnen die vermelden dat op die plek zelfs een Sint Jansbeeld heeft gestaan. Feit is dat na de hervorming in 1578 deze van oorsprong Roomse processie evengoed nog elk jaar gehouden werd. Het is bekend dat in 1790 op de achterste wagen zelfs nog een beeld van Sint Jan werd vervoerd, waar eenmaal op de Grië aangekomen omheen werd gedanst.

Het moet in die tijd, waarin men amper het eigen dorp uitkwam, een van de hoogtepunten van het jaar zijn geweest. Hoe langer de reis, hoe meer de stemming erin kwam. Op de voorste wagen zat de speelman en uiteraard werd een goed gevulde ‘braskoer’ meegenomen. (Voor de lezers die nooit de betekenis van de gelijknamige bar dancing hebben geweten: Brassen is uitgebreid eten en drinken, koer is korf of mand.)

Er werd op vaste plekken gestopt en dan gingen er twee bekers rond. De mannen kregen brandewijn met suiker, de vrouwen Samos-wijn. Niet alleen waren de plekken waar halt werd gehouden elk jaar hetzelfde, ook werden altijd dezelfde liederen, op hetzelfde punt aangeheven. Het een tijdens de stop, het andere bij vertrek of bij het naderen van de volgende plek. Zo werd er op de plek van de huidige dwarsdijk ‘De Groenelandsstraatjes’ en ‘Al inder de weide’ gezongen.

Tijdens de rit stuitte men hier en daar op kleine blokkades van takken, neergelegd door kinderen.

Nadat de tol in de vorm van wat centen of eetwaar betaald was, werd de weg weer vrijgemaakt.

Zoals Cor Bruijn ook schreef in zijn romans, was het op ‘e riid ook de gelegenheid voor de jongeren om elkaar beter te leren kennen. Heel wat huwelijken zullen hun oorsprong tijdens dit feest hebben gehad. Er mocht gezoend worden op het moment dat de wagen een zwart schaap passeerde. Het zwarte schaap als zomerse mistletoe-variant.

Eenmaal op de plek van bestemming werd er de hele middag gedanst en gezongen. De voerlieden en speelman waren de gangmakers, die zorgden dat muziek en gezang niet verstomde. Het feest op de Grië ging de hele dag door tot de zon onder ging, maar ook dan was het feest niet voorbij. Voor men echt op huis aanging werd nog gestopt in Oosterend, waar aan lange tafels meegebrachte etenswaar genuttigd werd en opnieuw de voetjes van de vloer gingen. Pas als het donker werd reden de wagens, voorzien van fakkels de dorpen weer in. Het hoeft geen uitleg, dat de passagiers steeds uitbundiger werden en er in het donker steeds meer zwarte schapen te zien waren.

Was het feest bij binnenkomst van het dorp voorbij? Welnee, zolang er nog café’s open waren, feestte men daar gewoon verder. Pas als de laatste ‘famkes’ thuis waren gebracht, leek het gedaan met de pret. Maar dat was niet helemaal waar. Enkele dagen later volgde de zgn. ‘afrekening’. De gemaakte kosten werden verrekend en eventuele andere lopende zaken omtrent de op ‘e riid werden afgesloten. Daarna volgde uiteraard nog een gezellige avond, waarop spelletjes gespeeld werden en gedanst werd.

Het was niet niks, dat eilander evenement van vroeger. Vooraf en achteraf moest er heel wat geregeld worden. Tegenwoordig regel je een paard en wagen en een voerman en ga je op pad. Eilanders en toeristen trekken zo Oostwaarts, of zelfs richting Noordsvaarder en hebben een leuke dag. Heel soms lijkt het nog een beetje op het op ‘e riid van vroeger, als een dorp of buurtschap samen op pad gaat. Maar al zijn de regels veranderd, wordt Sint Jan niet meer vereerd en is het bijzondere er misschien een beetje vanaf, genoten wordt er altijd. En dat is het belangrijkste.

Bronnen:

Terschelling in historisch perspectief – Rijksuniversiteit Groningen

Terschellinger volksleven – Jaap Kunst

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom

Foto's: Cor Swart

Speelman: Jan Bakker (foto1), Piet de Jong ( foto2)