Meibranden

Meibranden

Het kon weer, na twee jaar: Het ‘meibranden’. Weliswaar een dag later dan 1 mei, omdat dit op een zondag viel, maar op maandagavond ging dan toch in alle dorpen en buurtschappen de fik in de week daarvoor opgebouwde meihopen en werden er als vanouds aardappelen gepoft en minder traditioneel, meegebrachte wijntjes gedronken bij het vuur. Snoeiafval, onbehandeld hout en pallets werden de weken ervoor driftig gespaard om toch vooral een hogere bult te krijgen dan het buurdorp. Rijden nu aanhangertjes af en aan om het brandbaar materiaal te brengen, vroeger gingen jongens langs de deuren, onder het zingen van:

‘Hooi, hooi, heb je geen strooi

Heb je geen oude manden

Dan zullen we die verbranden.’

Ik vroeg me altijd al af of onze meibranden op 1 mei, dezelfde oorsprong hebben als de Paasvuren in het Oosten van het land en ik kwam erachter dat dat inderdaad zo is. Wat ik niet verwachte was dat de Paasvuren ontstaan zijn uit het meibranden en de laatste traditie dus ouder is.

Traditioneel wordt op 1 mei in veel gebieden een nieuw begin gevierd. Arbeidscontracten van boerenknechten gingen bijvoorbeeld vaak op 1 mei in. Daarnaast is 1 mei een datum waarop de vruchtbaarheid gevierd werd, omdat alles weer tot leven komt. Niet alleen de vruchtbaarheid van het land en van de natuur, maar ook veel huwelijken hadden hun oorsprong op 1 mei, de dag dat er in veel steden gedanst en gefeest werd rondom de meibomen en jongens en meisjes elkaar leerden kennen. Meibomen en meitakken zijn bij deze feesten het symbool van de vruchtbaarheid.

Gaan we nog verder terug in de tijd, dan komen we uit bij de Kelten in Ierland en Schotland, die ‘Beltane’ vierden, een feest wat in het teken stond van bloei en bevruchting, gevierd ter ere van de god van leven en dood Belanos. Vroeger werd tijdens dit feest het vee gereinigd en gezuiverd van ziektes door het tussen twee, door druïdes aangelegde vuren door te laten lopen. Beltane, wat nog steeds gevierd wordt, begint al op de avond van 30 april.

De Germanen en Saksen kenden eenzelfde soort feest. In Duitsland, maar ook in Scandinavische landen als Zweden, wordt nog steeds met grote vuren Walpurgisnacht gevierd op 30 april. Oorspronkelijk werden hier de goden Wodan en Freya herdacht en geëerd en volgens de volksverhalen zouden deze nacht de heksen overal vandaan komen om gezamenlijk een vruchtbaarheidsfeest te vieren. Op Texel branden nog steeds op 30 april de vuren van de ‘Meierblis’.

De oorsprong van de meivuren gaat dus zeker 2000 jaar terug in de tijd. De kerk had het echter niet zo op godenverering, hekserij en andere heidense gebruiken en vermoedelijk is dat de oorzaak geweest dat in grote delen van ons land de vuren verplaatst werden naar Pasen en de vuren onderdeel werden van de paasviering.

Opnieuw een bewijs dat men zich op de eilanden niet zo snel de les liet leren en gewoon hun eigenwijze gang ging. De meivuren bleven, al vermelden bronnen dat nadat er bomen aangeplant waren op Terschelling, de vuren jarenlang verboden waren en het meibranden pas na de oorlog weer in ere hersteld werd. Aan de ene kant misschien om te voorkomen dat de jonge aanplant per ongeluk in rook opging, al kan het ook zijn dat men verwachtte dat de bomen moedwillig op de meihopen zouden gaan, om een groter vuur te krijgen.

In de huidige tijd is het nog maar de vraag of het meibranden ook in de toekomst blijft bestaan. De milieuregels worden steeds meer aangescherpt. Om te voorkomen dat men reden tot klagen heeft is er strenge controle van het materiaal wat op de meihopen gaat, zodat alleen natuurlijk, onbehandeld materiaal verbrand wordt. Op die manier konden afgelopen week bewoners en toeristen weer genieten van de gezelligheid rond de vuren. Nu maar hopen dat het de komende jaren ook weer de meihopen zullen zijn die in rook opgaan en niet deze oude traditie.

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom

Foto: Marike Roos