Koninklijk bezoek

Koninklijk bezoek

Op 27 maart 2019 bracht koning Willem-Alexander in het kader van ‘Samen Doen’ een bezoek aan Terschelling. Hij sprak met vrijwilligers van de KNRM, met iemand van de oude zeemansverzekering ‘De Buul’, met mensen van het bunkermuseum en met de buren van Oosterend. Het was een onaangekondigd bezoek; behalve enkele insiders betrokken bij de organisatie wist niemand ervan, om te voorkomen dat de dag minder spontaan zou verlopen en de pers massaal aanwezig zou zijn. Het was het eerste officiële bezoek van de koning aan Terschelling, hoewel bekend is dat hij tijdens zijn studie- en marinetijd, meerdere keren niet-officieel het eiland en dan vooral de horeca, bezocht heeft.
In de afgelopen decennia brachten verschillende Oranjes een bezoek aan het eiland, waaronder koningin Beatrix, die er twee keer voor een werkbezoek kwam. In 2005, ter ere van het feit dat ze 25 jaar staatshoofd was en in 1988, toen ze de sympathie van de eilanders won, door af te wijken van het programma, door eerst een niet gepland rondje door Midsland te maken en vervolgens niet per auto, maar lopend door het dorp naar de haven te gaan.

Het is eigenlijk relatief gezien nog niet zolang dat Terschelling zulk hoog bezoek ontvangt. Het Oostelijk deel van het eiland was lange tijd patriottisch, terwijl men alleen op West Oranjegezind was. De Oranjes hadden dus op het eiland niet zoveel te zoeken. Het was pas op 25 en 26 maart 1908, dat het eerste koninklijk bezoek plaatsvond en prins Hendrik een bezoek bracht aan Terschelling, om te kijken hoe het gesteld was met de reddingsstations op het eiland. Burgemeester de Wit had zijn toespraak verstopt in zijn hoge hoed en kon het niet laten even te controleren of deze nog op zijn plek zat. Dat had hij beter niet kunnen doen. Door een rukwind waaide het papier uit zijn hoed en zal het op geheugen en improvisatie aangekomen zijn om er nog wat van te maken.
Het zat de burgemeester niet mee, de dag daarop, tijdens een rijtoer over het eiland begon een van de paarden voor de koets te steigeren, waarop de hoed zelf er vandoor ging. De prins onderschepte hem echter in zijn vlucht.
Prins Hendrik had blijkbaar met dit bezoek zijn favoriete plek om de strenge hofhouding te ontvluchten gevonden. Hij kwam regelmatig naar het eiland, behalve tijdens de Eerste Wereldoorlog, omdat het als Duitser niet zo’n goed idee was toen in het openbaar te verschijnen. In 1916 bezocht koningin Wilhelmina persoonlijk het eiland om de daar gedetacheerde troepen en vlooteenheden te bezoeken.

De Oranjes en aangetrouwden bezochten niet alleen voor werkbezoeken en officiële openingen van bijvoorbeeld de zeevaartschool en het boothuis van Paal 8 het eiland. Zo gingen de prinsessen Beatrix en Margriet in 1946 op schoolreis naar de Wierschuur op Oosterend. Om de kinderen een zo normaal mogelijke schoolreis te bezorgen, moest dit bezoek eigenlijk geheim blijven. Maar toen prinses-regentes Juliana en Prins Bernhard op 24 juni met hun jacht ‘Piet Hein’ de haven binnenvoeren om te kijken hoe het met hun dochters ging, was het met de geheimhouding snel gedaan.
In 1952 kwamen de jonge prinsessen opnieuw naar het eiland voor een vakantie. Met een luxe botter bezochten ze Vlieland en Terschelling, waar ze in redelijke anonimiteit over straat konden gaan. We kunnen dus stellen dat de prinsessen het eilandhoppen met de bruine vloot al vroeg ontdekten.

Er zijn veel koninklijke bezoeken aan het eiland geweest, maar meest tot de verbeelding sprak misschien wel het bezoek van koningin Juliana en prins Bernhard, op 10 juni 1967. Ook deze keer kwamen zij met de ‘Piet Hein’ naar het eiland, waar ze een druk programma afwerkten. Het waren echter niet de bezoeken aan de verschillende eilander instanties en ondernemingen, maar de fietstocht van de koningin over het Terschellinger schelpenpad die de wereldpers haalde. Hiermee werd gelijk het verschil in decorum tussen de Oranjes en de koninklijke familie van Engeland duidelijk. Queen Elisabeth van Engeland vond het niet kunnen, een koningin op de fiets. Denigrerend sprak ze over ‘fietskoninkrijken’. Terschelling zal voor haar beslist het Sodom en Gomorra van van Nederland zijn geweest. Misschien was het wel deze volkse fietstocht en de reactie van zijn echtgenote hierop, die de onlangs overleden en toch wel ietwat rebelse Prins Philip geïnspireerd heeft om Terschelling ook eens met eigen ogen te bekijken. In 1969 voer hij met zijn jacht de ‘Bloodhound’ de haven van Terschelling binnen. Wat hij vond van Terschelling en zijn bewoners is onbekend, maar gezien de overeenkomstige eigenwijsheid en liefde voor Landrovers kan ik me niet voorstellen dat het tegengevallen is.

Deze tekst is gebaseerd op een artikel, geschreven door Richard van der Veen, uit de Sjouw nr. 1 2013. Het uitgebreide artikel met foto’s is terug te vinden via https://issuu.com/vvvterschelling/docs/13_01_02_lr_sjouw/3

Foto: Koningin Juliana en prins Berhard op Terschelling 1967. Fotograaf J. Smit

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom