Interview met museummedewerker Alette van Ommen

Verhalen uit ’t Huys: interview met Alette van Ommen

‘Ik kan gewoon niet kiezen, ik vind zoveel dingen leuk.’

Toen ik een paar maanden geleden voorstelde om alle vaste medewerkers van het Behouden Huys te gaan interviewen zodat onze volgers de mensen achter het museum wat beter kunnen leren kennen, vond iedereen dat een heel goed idee. Misschien lag het aan de seizoendrukte maar elke keer als ik iemand in zou plannen voor een interview, kon diegene nu net niet. Of lag het misschien aan het feit dat we allemaal hele bescheiden medewerkers hebben die niet graag in de belangstelling staan? Uiteindelijk besloot ik de tactiek te gebruiken die mijn moeder vroeger gebruikte als ik naar de tandarts moest, het zelf inplannen, niets zeggen en het slachtoffer voor het blok zetten. En lukt het dan toch om tijdens een hele rustige baliedienst op een zonnige dag, waarop de ene helft van de mensen op de fiets of op het strand zit en de andere helft voor de televisie naar de F1 in Zandvoort kijkt, Alette van Ommen het hemd van het lijf vragen, terwijl we ondertussen op de telefoon Max Verstappen zijn rondes zien rijden.

‘Alette, ik kan aan jou wel vragen: Van wa en da bisto er ien? Jij bent geboren en getogen op Terschelling toch? Zijn je ouders beiden Terschellingers? En hoe heb jij het ervaren om op te groeien op Terschelling?’

‘Mijn moeder is een Terschellingse, mijn vader is een echte ouwe seun uit Harlingen en ging hier naar de zeevaartschool. Ik woon op dezelfde plek als waar ik geboren ben, in Baaiduinen. Tussendoor heb ik nog wel in Midsland gewoond. Ik heb een heerlijke, onbezorgde jeugd gehad. Alles kon en alles mocht en het was bij ons thuis altijd de zoete inval. Iedereen kende elkaar en we speelden altijd buiten. We bouwden hutten, zaten in de sloot te prutten en waren heel vaak ‘achter dijk’ te vinden. Als kind vind je dat heel normaal, pas als je zelf kinderen hebt, weet je hoe bijzonder het is om op hier zo op te kunnen groeien. Ik heb dan ook geprobeerd mijn kinderen diezelfde onbezorgde jeugd te geven.

‘En daarna? Eerst naar de MAVO en dan naar de wal op school?’

‘Ja, klopt. Bijna iedereen ging naar de MAVO. Ook als je een hogere opleiding wel aankon.’ (En zo was dat ook. Tegenwoordig zijn er voor de kinderen betere opties qua opvang aan de vaste wal, bijvoorbeeld met meerdere eilander kinderen in een huis met ouders die roulerend bij de kinderen zijn. In onze jeugd moest je meestal bij volslagen vreemden in de kost. Twaalf jaar is dan nog erg jong.)
‘Ik ben ook heel verbaasd als ik nu zie dat ouders niet willen dat hun kind naar het VMBO gaat omdat dat minderwaardig zou zijn. Dat was de MAVO toen toch ook niet? En daarna kon je alsnog een hogere opleiding doen.’

‘Wat ging jij daarna doen?’

‘Ik ging eerst naar de VHBO. Daarna ben ik een half jaar naar Miami gegaan om als au-pair te gaan werken. En na dat half jaar heb ik een jaar in Noorwegen gewoond, waar ik lessen volgde aan de Volkshogeschool in Seljord. Je kon daar als hoofdvakken natuur en buitenleven, muziek, of kunst en handwerken kiezen. Ik koos voor natuur en buitenleven. Ik zag een foto voorbijkomen van een groep rond een kampvuur en omdat met dat heel gezellig leek en ik als kind ook al altijd bij de sloot en achter dijk zat leek me dat wel wat. Het bleek voornamelijk hele einden lopen door de natuur te zijn. Maar wel heel leuk hoor. En ik had kunst en cultuur als bijvak. Het viel gelijk op dat men in Noorwegen nog heel trots is op de oude cultuur. Het is daar normaal om op feesten klederdracht te dragen en te volksdansen, terwijl dat in Nederland als suf en ouderwets gezien wordt. Dat we in Nederland niet trots zijn op die oude gewoontes vinden ze in Noorwegen heel raar.
Na Noorwegen heb ik de HBO opleiding creatieve therapie gedaan.

‘Je opleidingstijd was in ieder geval niet saai.’

‘Nee, als je het zo op een rijtje zegt lijkt het wel of ik geen idee had wat ik wou, maar ik vind heel veel dingen leuk en ik kan gewoon niet kiezen. Dan wil ik alles doen wat ik leuk vind.’

Dat blijkt wel uit alles wat Alette na haar opleiding deed. Ze werkte een paar jaar als activiteitenbegeleider in de Stilen, deed een opleiding voor kindercoach, was persoonlijk begeleider, werkte voor ‘Het Reizende Koffertje’ (praktijk voor jeugdhulpverlening en creatieve therapie in Harlingen) en kreeg ondertussen ook nog drie kinderen, waar ze vaak alleen mee was, omdat haar man zeevarend is. Tot 2017 was ze werkzaam als therapeut / begeleider op het eiland, maar het feit dat je in een kleine gemeenschap woont waar iedereen elkaar kent en dat daardoor je werk vaak heel dichtbij komt, zorgde ervoor dat ze om zich heen ging kijken naar iets anders.

‘Je wachtte af wat er op je pad kwam? Of had je al een idee wat je wou doen?’

‘Toen ik een keer in het museum was dacht ik: ‘Je zal hier maar mogen werken!’ En toen kwam er een vacature en ik kreeg de baan.
 

‘Wat is je taak hier precies?’


‘Ik houd me bezig met het bedenken en realiseren van de exposities en tentoonstellingen, het documenteren en digitaliseren van de bibliotheek en het historisch centrum, ik maak de werkroosters en ik ben de eerste contactpersoon voor de vrijwilligers. Daarnaast doe ik ook nog een stukje educatie en natuurlijk ook baliewerk.’

‘Ik hoef je eigenlijk niet te vragen wat je favoriete ruimte in het museum is, want dat heb je al eens gezegd..’


‘Het depot… Ja, als je daar staat en om je heen kijkt… Je gaat gelijk terug in de tijd. Ik vergelijk het wel met een oude boom. Het was er al toen je er zelf nog lang niet was. Als ze konden vertellen wat ze meegemaakt hadden… Het zijn vaak ook niet de voorwerpen op zich, maar al die verhalen erachter.

‘En wat is je favoriete voorwerp in het museum?’

‘Oh, dat kan ik echt niet zeggen. Dat is er niet, weer het feit dat ik heel veel mooi en leuk vind en niet kiezen kan. Ik vind sommige van de schilderijen prachtig, maar ook bijvoorbeeld zo’n oud medisch koffertje wat vroeger op de schepen gebruikt werd als er iemand ziek of gewond was. Waar dat allemaal geweest is en waar het voor gebruikt is…

Een favoriete plek op het eiland heeft Alette ook niet. Ook hier kan ze overal genieten. En dat komt goed uit, want behalve in het museum, kan je Alette ook tegenkomen als chauffeur als je in de bus van Arriva stapt. Ook dat leek haar al heel lang leuk, dus hoefde ze er niet lang over na te denken toen haar gevraagd werd haar papieren hiervoor te gaan halen. Zo kan ze twee banen combineren die ze beiden leuk vindt, dompelt ze zich in het museum onder in de geschiedenis van het eiland en brengt ze met de bus mensen naar alle mooie plekjes.
5 Minuten voor Max Verstappen als eerste over de finish komt, sluiten we ons gesprek af. Het publiek in Zandvoort juicht. Alette van binnen ook. Want ze kan nog zoveel dingen leuk vinden, in de belangstelling staan en over jezelf vertellen hoort daar niet bij.

Tekst; Nienke Meijvogel-Blom