Even voorstellen: Cora Nieveen

Cora Nieveen
Vrijwilligerswerk als rode draad
(Interview door Nienke Meijvogel, vrijwilliger en tekstschrijver)

Veel musea zijn afhankelijk van vrijwilligers. In het Behouden Huys is dat niet anders. Achter de schermen is het vooral het vaste personeel dat het
museum en het historisch centrum draaiende houdt. Het vaste personeel zorgt ervoor dat er genoeg te zien en te beleven is in het museum, maar de vrijwilligers ontvangen de bezoekers en zijn het gezicht van het museum.
Een van de vrijwilligers is Cora Nieveen, 54 jaar, woonachtig in Zaandijk. Zij is een nieuw gezicht achter de balie, sinds oktober werkt ze er een keer in de twee weken.

Cora vertel eens, je woont niet op het eiland, dus hoe ben je in het Behouden Huys beland?

Sinds twee en een half jaar heb ik een relatie met een Terschellinger, met Hille Jan van Zwol. Een keer in de twee weken gaan we naar het eiland, waar hij zijn zus Neeke helpt op de boerderij. (De Gèskieker op Kinnum). Ik wil ook wel eens van Kinnum af en vrijwilligerswerk leek me een mooie manier om niet alleen de cultuur en geschiedenis van Terschelling te leren kennen, maar ook andere mensen te ontmoeten.
Er is natuurlijk heel veel vrijwilligerswerk te doen, ik had ook bijvoorbeeld in de Stilen vrijwilligerswerk kunnen gaan doen, maar ik wou juist iets heel anders dan dat ik in het dagelijks leven doe, maar wel iets wat me aanspreekt

Ja, dat is wel bijzonder, jij bent niet alleen vrijwilliger, je werk draait ook om vrijwilligerswerk. Wat doe je precies?

Ik werk op het hoofdkantoor, afdeling P&O en kwaliteit, bij een welzijnsorganisatie, die vrijwilligers aanstuurt. We werken met 23 parttimers en zo’n 600 vrijwilligers. De vrijwilligers worden ingezet in Zaanstreek-Waterland. Ze helpen kwetsbare inwoners met dingen als klusjes en boodschappen doen, bezoek aan ziekenhuizen en leggen huisbezoeken af. Maar we regelen ook Tafeltje Dekje, activiteiten en doen mantelzorgonderzoek.
Het is mooi om te zien dat een groot deel van ons werk, op Terschelling, vooral op het Oostelijk deel, niet nodig is, omdat men daar nog burenplicht heeft en sowieso meer naar elkaar omkijkt.
De overeenkomst tussen Terschelling en de streek waar ik woon is natuurlijk wel het toerisme.
Ik ben bovendien daar ook werkzaam als vrijwilliger. Ik zit in een groep mensen die door middel van straattheater de geschiedenis van de Zaanstreek vertelt. Toneelspelen is echt mijn hobby.

Hé, dat kan in het museum ook nog wel eens van pas komen, tenslotte vertellen we daar ook via verhalen de geschiedenis. Was je eigenlijk al vaker in het museum geweest voor je er ging werken?

Ja, ik was er twee keer eerder geweest. Ik kwam vroeger twee keer per jaar naar het eiland, met Oerol en in de kerstvakantie. Ik heb ook wel getwijfeld of ik een relatie aan moest gaan met iemand die elke twee weken naar het eiland gaat. Of het dan ook leuk is… Maar ik heb er geen spijt van.

Wat vind je het leuke van het baliewerk?
Je hebt altijd te maken met enthousiaste mensen. Het is een erg leuk team, je voelt je helemaal welkom. En de meeste bezoekers zijn sowieso al in vakantiestemming en komen al blij binnen, maar als ze naar buiten gaan zijn ze nog enthousiaster. Ze zijn verbaasd wat er allemaal te zien is en vooral verrast over de manier van presenteren. Dat had ik zelf ook, toen ik voor het eerst de Sprookjes & Sagen zag. (De tentoonstelling die er voor de Wonderlijke Waarheden was.)

Herkenbaar. Ik moet tot mijn schaamte bekennen dat ik, voor ik in 2017 als vrijwilliger begon, al 17 jaar niet in het museum was geweest… Daar heb ik achteraf gewoon spijt van. Want daardoor heb ik veel leuke, tijdelijke tentoonstellingen gemist. Je denkt ook dat er in een historisch museum weinig ‘gebeurt’ omdat je de geschiedenis niet veranderen kan. Maar er is steeds iets nieuws te zien en het is mooi dat de oude geschiedenis tegenwoordig op hele moderne manieren tot leven komt. Misschien denken we als eilander ook wel dat we alles al weten en gezien hebben. Daarin zijn we misschien wat eigenwijs. Maar dat hoort ook weer bij onze cultuur.