Verwondering

Verwondering

‘Vind je het nog steeds leuk?’

Af en toe informeert conservator Richard even of ik nog steeds blij ben met mijn vrijwilligerswerk achter de museumbalie. Het antwoord is altijd hetzelfde; ik vind het nog steeds leuk.

‘Maar als er iets is horen we het hé?’

Natuurlijk laat ik het weten als me iets niet zo lekker zit, maar voor mij zijn de middagen achter de balie nog steeds een uitje. De ene keer is het heel erg rustig, maar dan doe ik gewoon wat schrijfwerk, de andere keer is het hectisch, maar na 30 jaar in de middenstand kan ik wel wat hebben. Ik hou ervan als het lekker doorloopt, maar aan de andere kant, is het rustig, dan kan je ook alle aandacht aan de bezoekers besteden. En dat is nou juist het leuke als vrijwilliger. Je hebt geen werk achter de schermen, je kan alle vragen van de bezoekers beantwoorden, even een praatje maken en de complimenten voor het museum in ontvangst nemen.

De grootste uitdaging zijn de mensen die met gepaste tegenzin met partner of ouders meegaan naar het museum. Of, heel soms, mensen die wel nieuwsgierig zijn naar wat er te zien is, die vragen wat ze kunnen verwachten, maar twijfels hebben of ze wel naar binnen gaan, want ‘we zijn geen museumbezoekers.’ Ik zie de aarzeling: ‘Musea zijn saai…het is niets voor ons..’ Maar het zou zo jammer zijn als ze daarom niet naar binnen gaan. ‘Weet u wat? U betaalt de entree, gaat lekker naar binnen en als u het niet leuk vond, of niet het geld waard, dan betaal ik u zo de entreeprijs weer terug.’ Ze kijken me nog even aan of ik een grap maak, maar ik meen het.

Vaste museumbezoekers die na afloop van hun bezoek enthousiast zijn en complimenten maken zijn leuk, maar de twijfelaars die helemaal om zijn als ze naar buiten komen zijn het allerleukst. Het entreegeld? Ik heb het nog nooit terug hoeven te betalen.

En wat te denken van de moeder van een puberzoon-met-tegenzin die klaar was met haar bezoek en me enthousiast meldde dat zij klaar was, maar haar zoon nog even terug was naar de Wonderlijke Waarheden-tentoonstelling. Een van de verhalen had hij nog niet kunnen zien omdat die ruimte even daarvoor bezet was. Maar nu wou hij toch nog terug om ook dat verhaal te kunnen bekijken.

Sinds de opening van het Lutine-verhaal mogen we ook veel meer eilanders verwelkomen. Veel zijn jaren niet in het museum geweest, maar nu ze er toch zijn voor de Lutine, pakken ze ook de rest even mee. ‘Wil je de audiotour ook mee? Wil je hem in het Nederlands of in het Terschellinger dialect?’ ‘Oh wat leuk! Kan dat?...en hoeven we dan niets te lezen?’ ‘Nee, alles wordt verteld.’

En dat is nou precies de kracht van ’t Behouden Huys. Het is één grote verzameling verhalen. Letterlijk; de Wonderlijke Waarheden, de Lutine, de brand van 1666 en het verhaal over de boeren en buren in de waterput, maar hoor je die verhalen en luister je de audiotour, dan ook figuurlijk, want dan besef je dat er achter alle voorwerpen en de schilderijen ook verhalen schuil gaan.

Verhalen luisteren en kijken brengt je even in een andere wereld. Je wordt ook weer een beetje kind. We kijken wel films en series, maar het luisteren naar verhalen zijn we als we volwassen zijn misschien wat verleerd. En dat is jammer, want een goed verteld verhaal brengt verwondering.

En dat is wat het baliewerk zo dankbaar maakt. Want de bewondering van de bezoekers voor het museum is leuk, maar de verwondering die nog in hun ogen te zien is, is nog veel mooier.

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom