Verhalen uit ’t Huys: bezoekers Paul en Ria Geurts

Verhalen uit ’t Huys: bezoekers Paul en Ria Geurts

We horen het vaak; Terschelling kruipt onder je huid. Of je hier nou geboren bent, op vakantie komt of gewoond en gewerkt hebt, van het ‘Terschellinggevoel’ komt je nooit meer af. Al denk je soms van wel. Bij Paul Geurts was dat niet anders. Van 1979 tot 1981 woonde en werkte hij op het eiland. Bezoekers van openluchtzwembad ‘De Dôbe’ kennen hem misschien nog, want daar was hij drie jaar zweminstructeur. De eerste winter ging hij nog naar huis terug, de andere winters werkte hij voor Bouwbedrijf Bos. Hoewel deze jaren voor hem persoonlijk erg belangrijk zijn geweest en hij er met veel plezier aan terugdenkt, zakte het Terschellingvirus toch flink weg bij hem. Hij trouwde met Ria, ze kregen drie zoons en Paul werkte jarenlang bij de brandweer, van vrijwilliger tot ploegchef, in zijn woonplaats Lelystad. Aan Terschelling dacht hij niet zo vaak meer. ‘En toen kreeg ik heel toevallig een ‘Cornelis Douwes’ in mijn handen; het tijdschrift van de oud-leerlingenvereniging van de zeevaartschool en kwam het allemaal weer terug.’ In augustus kwam hij al even met zijn zoons naar het eiland, dit weekend is hij er met Ria. Paul en ik kwamen elkaar vorig jaar weer tegen op de facebookpagina van Terschelling in Vroeger Tijden en pakten onze vriendschap na 40 jaar stilte zo weer op. En bij die vriendschap en de hernieuwde kennismaking met het eiland hoorde natuurlijk een bezoek aan het museum.

Wij horen altijd graag wat onze bezoekers van het museum vinden, maar in dit geval hoorden we niet alleen graag de positieve dingen, maar ook de verbeterpunten. Ria is rolstoelgebonden, dus vroeg ik haar of ze op wou letten of er nog plekken zijn in het museum die met een kleine ingreep beter bereikbaar zouden zijn en aangepast kunnen worden voor rolstoelgebruikers. Helaas is de reddingzolder, met daarop ook het nieuwe verhaal van de Lutine, nog niet toegankelijk voor Ria. Als zij en Paul het hele museum door zijn geweest, gaat Paul nog even de reddingzolder op, terwijl ik vraag wat Ria ervan vond. Gelukkig heeft ze het bezoek zeer positief ervaren. ‘Jullie mogen trots zijn op hoe goed jullie alles voor elkaar hebben. Dat zie ik echt wel eens anders, maar dit is echt top.’ Daar zijn we blij mee, want zeker in onze monumentale pandjes is het vaak moeilijk aanpassingen te doen. Er zijn wel plannen voor een lift naar de zolder, maar de realisatie duurt nog wel even. Wat we wel kunnen aanpassen is het verhaal over de ‘Boeren & Buren’ in de waterput. Ria kan nog even staan en in de put kijken, maar voor mensen die dat niet kunnen, zou een spiegel boven de put, waarop je het verhaal in de put kan bekijken, een simpele oplossing zijn.

Ondertussen is Paul teruggekomen van de reddingszolder en de Lutine-expositie: ‘Wow! Wow! Wow!...Ik heb kippenvel! Wat is dát mooi gemaakt!’ Ik ben dus niet de enige die elke keer met kippenvel de Lutineruimte uitkomt. Ook de modelboten op de reddingzolder spreken hem aan, omdat hij zelf ook wat modellen gemaakt heeft. Op een klein drempeltje na heeft Ria verder geen verbeterpunten gevonden. Ook daar zijn we blij mee.

Hoewel we elkaar in en rond het weekend veel spreken en appen is het van een echt ‘interview’ niet gekomen. Dat hoeft ook niet, maar ik vraag als Paul en Ria weer thuis zijn nog wel even hoe ze het museum voor de rest ervaren hebben:

‘Ria vond de totale verbeelding van de geschiedenis van Terschelling geweldig. Ze kende het wel een beetje van een bezoek aan het museum met haar schoolklas in 1979, maar het verhaal van de ramp van 1666; het in brand steken van West-Terschelling door de Engelsen, heeft indruk gemaakt. Ook het deel over Willem Barentsz en het ‘behouden huis’ was erg interessant. Ikzelf keek op van de expositie over de Lutine! Geweldig hoe dat in elkaar is gezet! Het nagemaakte deel van het schip, de animatie en lichteffecten achter de houten ‘scheepswanden’…prachtig gewoon! Over het algemeen zijn de exposities die wij nu gezien hebben van het museum makkelijk in je op te nemen, het is niet overdadig, waardoor de aandacht niet verslapt door een overvloed aan informatie. Precies genoeg om geprikkeld te worden om nog een keer terug te komen om te kijken of je niets gemist hebt en omdat er interesse is gewekt!’

Hoewel er veel veranderd is in de jaren op Terschelling is volgens Paul de sfeer niet veranderd; je knoopt nog net zo gemakkelijk een praatje aan met de bewoners en bij alle bekenden van vroeger staat de deur open om ‘een bakje te komen doen’. Het is maar weer bewezen, je kan van het eiland afgaan, maar het eilandgevoel raak je nooit meer kwijt.

Heb je ’t Behouden Huys bezocht? Wij horen graag wat je ervan vond. Dat kan bij de baliemedewerkers, maar je kan ook wat in het gastenboek wat in de garderobe ligt schrijven, of een recensie via Google of Facebook plaatsen.

Tekst en foto: Nienke Meijvogel-Blom