Trots

trots

‘Wat een prachtig museum, daar mogen jullie wel trots op zijn!’
Een opmerking die we vaak horen als mensen na hun ronde door het museum weer langs de balie komen. En trots zijn we! Hoewel je als vrijwilliger niet direct meewerkt aan het samenstellen en maken van tentoonstellingen, ben ik er toch trots op deel te mogen zijn van zo’n enthousiast, creatief team en ben ik blij dat ik het proces van zo dichtbij mee mag maken.
De reden dat we zo trots op ons museum kunnen zijn, is dat we ook trots op ons eiland zijn. En die trots op het eiland is een eerste vereiste voor het interessant maken en houden van een historisch museum.

Het is niet alleen de omgeving zelf waar we zo trots op zijn. Het is ook de geschiedenis, onze voorouders, de vroegere bewoners. Ze hebben letterlijk en figuurlijk stormen doorstaan en het hoofd boven water gehouden. Het is moeilijk voor te stellen hoe het eiland, met behulp van de bewoners, van een zandhoop omgeven door moerasgrond, getransformeerd is naar wat het nu is.
Hoe boeren generaties lang de schrale zandgrond bewerkten, hoe ongeschoolde zeelui van het eiland het met recht ver schopten in de wereld, hoe men van een uitermate armoedig bestaan, uiteindelijk naar een welvarend eiland ging. Hoe men na de brand van 1666 West-Terschelling niet bij de pakken neer ging zitten, maar West-Terschelling binnen een paar jaar opnieuw opbouwde. Net als de Brandaris. Viel de eerste in 1593 ten prooi aan de elementen en stortte de tweede nog tijdens de bouw in elkaar, de derde is na ruim vier eeuwen nog steeds ons baken. Ben je op reis geweest en kom je terug naar het eiland, zodra je de toren of zijn stralen in zicht ziet komen ben je thuis.

Elke dag ben ik blij dat ik hier geboren ben en dat ik hier wonen mag. Als ik kijk naar een foto van mijn overgrootouders zie ik mijn overgrootvader op afgetrapte sloffen en lappen op zijn broek, zijn vrouw in een vormeloze jurk die betere tijden had gekend, maar ik zie op hun gezicht, ondanks de ernst van het maken van een foto, ook een zweem van trots en geluk. Ze zullen weinig vergelijkingsmateriaal hebben gehad qua woonplaatsen, maar dat plekje onder de toren, dat piepkleine huisje in de Schoolstraat, daar waren ze trots op.

Trots is een eerste vereiste om het eiland en zijn bewoners te laten zien. En of je dat nu doet door te schrijven, te schilderen, te fotograferen, verhalen te vertellen of te exposeren, zonder die trots wordt het niets.
Als bezoekers dan ook het museum verlaten met de woorden: ‘Hier kan je trots op zijn’, dan is dat het allerbeste compliment; dan zijn we erin geslaagd mensen te laten zien waar onze trots vandaan komt.

P.S. Nog twee weken geduld, dan wordt er een prachtige, nieuwe tentoonstelling geopend. We zijn nu al zo trots als een pauw!

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom