Oerol

Oerol

‘Theaterfestival op Terschelling’… wie veel puzzelt weet dat het zelfs in kruiswoordraadsels vaak voorkomt. Maar even zo vaak zie ik dat het fout geschreven wordt: Oeral. Ook door mensen die het festival wel kennen of er zelfs wel eens geweest zijn. En dat komt omdat men vaak geen idee heeft waar het woord Oerol vandaan komt. Oeral, dat gebergte in Rusland (ook een echt puzzelwoord) kent men dan wel en vandaar dat de O vaak vervangen wordt door de A.

Maar ‘oerol’ dus. Maar waar komt dat woord vandaan?

Het woord ‘oerol’ komt oorspronkelijk van het oude boerenleven op het oostelijk deel van Terschelling. Vee en paarden op Terschelling hebben nu ook nog een prima leven, met veel ruimte om lekker rond te scharrelen, maar vroeger hadden ze in bepaalde periodes nog meer vrijheid. Het was ook een andere tijd. Het eiland was niet dicht bevolkt, er was nog geen drukte door het toerisme, de veestapel van de boeren was niet groot en het boerenbestaan was geen vetpot. Als er in het voor- en najaar een tekort aan gras rondom de boerderij was, zou het de boeren te veel geld kosten om de dieren al bij te voeren. Bijvoeren deed men liever alleen in de winter als de beesten op stal stonden. Dus als er een mogelijkheid was om hooi uit te sparen, dan maakte men daar graag gebruik van.

Gezamenlijk gebruik van grond is eeuwenlang de gewoonte geweest. Al in de Middeleeuwen mocht het vee in veel delen van Europa los rondlopen, al waren er voor het gebruik van de gronden wel regels opgesteld. Op deze oude gewoonte is het ‘oerol’ op Terschelling gebaseerd, wat elders het ‘overal’, ‘vrije weide’ of ‘gemeene weide’ , of ‘vrijgang’ genoemd werd. In het najaar, vaak gelijk na de beestenmarkt, werd het vee losgelaten en mocht het overal grazen, behalve natuurlijk in afgezette gebieden. Je kan je er nu niets meer bij voorstellen, maar men ging ervan uit dat de dieren zelf hun weg naar huis wel konden vinden. Men moest er wel rekening mee houden dat men de dieren niet te lang overal liet grazen. De kwaliteit van de begroeiing werd later in het jaar minder en men moest oppassen dat de dieren niet te mager en daardoor vatbaarder voor ziektes werden. 11 November was de dag waarop de koeien naar binnen moesten om te voorkomen dat ze verzwakten. Het jongvee en de paarden konden nog iets langer buiten lopen, maar op die andere feestdag, met Sinterklaas, moesten ook zij op stal staan.

Het oerol was er niet alleen in het najaar, maar ook in het voorjaar, als het weer al wat beter werd, maar er rondom de boerderij nog niet genoeg vers gras was. In die periode kwamen de dieren ’s avonds wel terug naar de stal, die ze zelf wisten te vinden. Het voorjaars- oerol was tot 20 april, omdat daarna het gras de gelegenheid moest krijgen om te groeien.

In ‘Grazen in stuivende duinen’, scriptie in het kader van de masteropleiding Landschapshistorie, van Ineke Noordhoff, staat een citaat van Janny Bruins-Swart, die als kind in Landerum woonde en het oerol nog meemaakte. Zij vertelt dat de koeien altijd redelijk dicht in de buurt van hun boerderij bleven. Zij waren vrij honkvast. Dat in tegenstelling tot de paarden, die elkaar opzochten en samen over het eiland draafden. Het doet mij denken aan een filmpje wat vier jaar geleden voorbij kwam op facebook. Een groep jonge paarden was ontsnapt vanaf de Groede. Hoewel ze daar ook meer dan genoeg ruimte hadden, namen ze het er echt van en besloten er een stranduitje van te maken. Gefilmd vanuit een auto zie je de groep van zo’n 15 dieren met enorme snelheid over het strand gaan. Volledige vrijheid.

Ook Janny Bruins-Swart had als kind zo’n ervaring: ‘Op een ochtend in oktober 1925 dwaalde ik in mijn eentje door Landerum. Ik liep aan de oostkant van Landerum toen ik paardenhoefgetrappel hoorde van de kant van Formerum. Ik was gelijk in paniek en wist maar één ding, rennen zo hard als ik kon… In een stofwolk verdwenen ze richting Midsland. Landerum was toen nog niet bestraat. De paarden genoten van hun vrijheid. De koeien niet, koeien zijn geen feestbeesten.’

Hoewel het vee op Terschelling over het algemeen nog steeds een best leven heeft, met heel veel vrijheid en ruimte, is het oerol voor hun uiteraard afgeschaft. Met zoveel verkeer en drukte zou het onmogelijk nog kunnen.

40 Jaar geleden kreeg Oerol een nieuwe betekenis, als theaterfestival, waarbij je niet plotseling een koe of paard op je pad kon krijgen, maar in plaats daarvan een theatervoorstelling of straatartiest. Waren vroeger de paarden de feestbeesten, tegenwoordig zijn het de Oerolbezoekers. En ik? Ik kan me beter vinden in de koeien van destijds; ik scharrel liever gewoon rustig wat bij huis rond…

Bron: Grazen in stuivende duinen, auteur: Ineke Noordhoff

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom

Foto: Joost van Schalkwijk, 7 juni Formerum aan Zee