Eng

Eng

‘Ik heb alle verhalen gezien!...Nou ja, op één na dan”, zegt vrolijke vent van een jaar of 10 enthousiast als hij na het museumbezoek weer bij de balie uitkomt. ‘Eén verhaal heb ik niet gekeken…nou ja, heel even. Maar ik vond het wat te eng’, erkent hij eerlijk. Gelukkig maar, bij een baliemevrouw hoef je niet stoer te doen en mag je rustig zeggen dat je iets eng vindt. Ik vraag hem welk verhaal hij eng vond. ‘Dat van die vliegtuigen…Dat je daar in al dat grijs zit…’ ‘Oh, maar dat begrijp ik wel. Dat is misschien ook een beetje te echt hé? Dat is net of je in de oorlog in een bunker zit. En misschien is het ook wel omdat het verhaal nog niet zolang geleden gebeurd is.’ ‘Maar het verhaal van de brand vond ik niet zo eng hoor,’ vervolgt onze jonge bezoeker, ‘ik zag dat de mensen die de man aanvallen met een hooivork, niet raak prikten, maar er net naast.’ Hij doelt op de projectie waarin silhouetten van eilanders zichtbaar zijn, die in 1666 een Engelse brandstichter te grazen nemen. ‘Het zou ook niet best zijn als ze raak geprikt hadden,’ zeg ik, ‘want de acteurs die je ziet, zijn de collega’s hier van het museum. En die wil ik niet missen..’
Het komt wel vaker voor dat kinderen sommige verhalen in het museum wat eng vinden. Ik moet denken aan de vorige verhalententoonstelling die we hadden; de ‘Sprookjes & Sagen’. Terwijl je naar een kleine huiskamer keek, leek halverwege het verhaal, een geestverschijning, een ‘wit wief’ naar voren te zweven. Het model van het witte wief waar de projectie op gebaseerd was, stond in de balieruimte onder een stolp. Een van onze jonge bezoekers had de speurtocht gedaan en kreeg daarvoor een schatkaart, netjes opgerold, met een elastiekje erom. Terwijl hij en zijn ouders de balieruimte verlieten, rolde hij de schatkaart uit en hield hem voor zijn gezicht. De moeder zag mijn vragende blik: ‘Hij is bang voor het witte wief daar en zo ziet hij haar niet..’ Een perfecte oplossing, wat je niet ziet is er ook niet.
Het is mooi om te zien hoe onze jongste gasten ook gegrepen worden door alle verhalen die in het museum verteld worden. En dan mag je er best eens eentje overslaan als je die te eng vindt. Daarentegen zijn er ook kinderen die het niet snel gek genoeg is. Als kinderen ademloos naar het witte wief onder het stolpje keken, wou ik nog wel eens een extra verhaal cadeau geven. ‘Nu zit ze nog rustig achter glas… Maar als we vanavond naar huis gaan laten we haar los en bewaakt ze het museum.’ De ogen van mijn publiek werden dan al wat groter. ‘Ze doet het erg goed als bewaker, maar het is elke ochtend weer een heel gedoe om haar te vangen en onder die stolp te krijgen…soms krijst ze van kwaadheid.’ In gedachte zagen ze haar door de balieruimte vliegen.
Nu de ‘Sprookjes & Sagen’ sinds vorig jaar vervangen zijn door de ‘Wonderlijke Waarheden’ is het witte wief verbannen naar de kantoorruimte en zetten we ’s avonds het gewone alarm er weer op, wat af en toe nog wel eens midden in de nacht af wil gaan. Er is gelukkig nooit wat ernstigs aan de hand en we vermoeden dat er dan een dikke bromvlieg voor een van de sensoren is gaan zitten. Maar ja, in een museum met enge verhalen weet je dat natuurlijk nooit zeker…

Het boek ‘Sprookjes & Sagen met daarin het verhaal over het witte wief is nog te koop in ’t Behouden Huys en via de webwinkel: https://webwinkel.behouden-huys.nl

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom