Een praatje met museumbezoekster Jellie Reitsma-Smit

Verhalen van ’t Huys:  Een praatje met museumbezoekster Jellie Reitsma-Smit

‘Als ik hier rondloop ben ik er trots op een eilander te zijn.’

Tijdens de vakantieperiodes zie je af en toe een bekend gezicht tussen de bezoekers van het museum; Terschellingers die je van vroeger kent, maar die niet meer op het eiland wonen. Zo bezocht Jellie Reitsma-Smit met haar gezin en nichtje in de voorjaarsvakantie ’t Behouden Huys. Een mooie kans om eens te horen hoe het museum eruit ziet door de ogen van een oud-eilander. Jellie en ik kennen elkaar goed, want in de jaren dat ik in de boekhandel in Midsland werkte, was Jellie daar vakantiekracht.

Jellie je bent geboren en opgegroeid in de Oosterburen in Midsland. Wat heb je daarna gedaan?

‘Ik heb eerst HAVO gedaan en daarna de lerarenopleiding Frans. Vervolgens ben ik gaan backpacken in Australië, ben daar uiteindelijk twee jaar gebleven en heb daar nog een opleiding Engels gedaan. Nu woon ik al jaren in Leeuwarden en ik ben werkzaam in het onderwijs in Sint Annaparochie. Ik heb altijd voor de klas gestaan, maar ben nu teamleider.’

Met wie bezocht je het museum?

‘Met mijn man Jacco, die sindskort ook in het onderwijs zit, mijn dochters Sophie van 12 en Loïs van 9 en mijn nichtje Nova van 5. In de voorjaarsvakantie passen wij altijd op het huis, de hond en de jongste dochter van mijn zusje.

Zijn jullie museumbezoekers?

‘Ja, we gaan best vaak naar een museum als we op vakantie zijn, of naar het Fries Museum. Maar als we op Terschelling zijn is de tijd vaak te kort en in de zomer gaan we naar het strand of fietsen, dus dan kom je ook niet snel in ’t Behouden Huys. Het was dan ook zo’n 20 jaar geleden dat we hier zijn geweest.

Ik denk dat het nu door (museummedewerkster) Elske kwam, wat een goede vriendin van je is, dat je toch ons museum bezocht? En jullie mochten ‘Expeditie Willem Barentsz’ testen, de puzzeltocht door het museum, die door corona nog steeds niet echt in gebruik is en waar Elske ook een van de makers van is. (Het is wel als educatieproject getest door schoolklassen, maar nog niet zoals het bedoeld was, door gezinnen.)

‘Ja, ik wou altijd al eens naar het museum, maar dan kwam het er weer niet van. Maar Elske was zo enthousiast over haar werkplek dat ik nu echt wou gaan kijken. En zeg maar gerust dat ik heel erg trots ben op mijn ‘vriendinnetje!’’ Want wat is het allemaal leuk!’

Waren er nog dingen die je herkende van vroeger? En wat vonden jullie het leukst?

‘Ik herkende het buiten nog; de hut van Willem Barentsz en binnen de geschiedeniszolder en stijlkamers. Maar er is zoveel veranderd en het is allemaal zo prachtig gedaan met die verhalen en zo. Ook de audiotour is echt leuk. Een fijne stem ook. Als we eens zonder kinderen komen wil ik hem in het dialect horen. Ik las laatste iets in de Leeuwarder Courant dat men bezig is het Westers dialect weer meer onder de aandacht te brengen. Dat vind ik mooi. Leuk dat de dialecten toch bewaard blijven.

Ik vond het museum sowieso heel erg verrassend. Er is zoveel bijgekomen en zo mooi hoe alles aangepakt en uitgevoerd is. Het verhaal in de put over de boeren en het toerisme vond ik ook geweldig.

Sophie vond de speurtocht vooral heel erg leuk en Loïs de verhalen; de wonderlijke waarheden.

Jacco vond de audiotour en dan vooral alles over Willem Barentsz erg interessant. Hij heeft zijn master Nederlands gehaald en voor literatuurgeschiedenis ook veel over Willem Barentsz gelezen.’

Om het gezin niet de hele middag in het museum op te houden, heb ik Jellie een week later telefonisch geïnterviewd. Gelukkig was ze nog net zo enthousiast als toen ze het museum net door waren geweest. Toen we na hun bezoek vroegen hoe ze alles hadden beleefd zei Jellie: ‘Nu ik hier ben, ben ik er trots op een eilander te zijn!’

Dus (oud)-eilanders, ben je een tijd niet langs geweest, wil je ook verrast worden en je trots voelen op je eiland en zijn bewoners, kom eens langs.

(Op vertoon van je bootpas of een Museumjaarkaart, is het nog gratis ook.)

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom