Striper Wyfke

Striper Wyfke

Daar stond je dan, deze week 355 jaar geleden. In de verte zag je de rookpluimen nog opstijgen boven de resten van de huizen van West, die door de Engelsen in de as waren gelegd. Het gebulder van de kanonnen was gedurende de nacht verstomd. De Nederlandse vloot op het Vlie was veranderd in een scheepskerkhof, En dat alles omdat de Engelsen vonden dat zij de baas op zee waren en niet de succesvolle Nederlanders. Het was het plan van de Engelsen geweest om Vlieland te pakken te nemen, maar het vreselijk slechte weer had hun doen besluiten om naar het gemakkelijker te bereiken Terschelling te gaan.
Jij stond daar, op Striep en vroeg je ongetwijfeld af wat daar in het Westen allemaal aan de hand was. Of heb je gedacht dat de bliksem die nacht West in vuur en vlam gezet had?
De Engelsen hadden nog niet genoeg van hun rooftocht en besloten te gaan kijken of er verder om de Oost nog meer te plunderen viel. Hoorde je ze in de verte aankomen? Of werd je compleet verrast door de mannen, onder bevel van Robert Holmes?

Daar stond je dan, met al die mannen die in een vreemde taal opgewonden spraken…schreeuwden. De nevel hing nog over het land en in de verte doemde de heuvel van het Striper kerkhof op uit de mistflarden. De grafstenen als stille wachters in het eilander landschap. Ze wezen ernaar, die vreemde mannen. Ze herhaalden ongeduldig een vraag, maar je had geen idee wat ze wilden weten. Dan maakt een van de mannen zich los uit de groep en komt naar voren. Het is de Nederlandse kapitein Lauwrens Heemskerck; de vuile overloper. Nors vraagt hij je wat daar in de verte is. Zijn het mensen? Soldaten?
Daar stond je dan… Tja, wat is daar in de verte? Daar liggen je voorouders. Daar ligt de familie van de mensen wiens huizen die nacht platgebrand zijn. En daar staan de stenen om al die mensen te eren. Maar het lijkt wel of er mensen staan. Dat zien die Engelsen ook. ‘Kom op mens! Wat is dat daar? Zijn dat mensen?’ Heemskerck begint net als de rest van de groep wat nerveus te worden. Voor hetzelfde geld staat er een compleet leger opgesteld om wraak te nemen. Ongeduldige ‘vremden’ zijn het. Je stond daar, wees naar het kerkhof en sprak de legendarische woorden: ‘Ze staan er bij honderden, maar liggen er bij duizenden’, doelend op de staande stenen en de liggende overledenen. De Engelsen vertrouwden het maar niets en bliezen de aftocht.

Daar sta je dan, 355 jaar later, aan de Hoofdweg bij Striep. Een versteend oud wijfje, wijzend naar het Striper Kerkhof, waar nog enkele stenen wijzen op de tijden van weleer. Auto’s, fietsers en scooters schieten voorbij. Af en toe stoppen ze. Soms lezen ze de tekst op je sokkel, maar ze hebben vaak geen idee waar het over gaat. Ze klimmen op je sokkel, leggen hun arm op je schouder, wijzen met je mee en maken selfies. Je bent denk ik de meest gefotografeerde vrouw van Terschelling.
In de sobere coronatijd zijn de verkleedpartijen je bespaard gebleven, al zag ik dat je een tijdje een mondkapje gedragen hebt en gehandschoend naar het Oosten wees. De jurkjes, sjaaltjes, hoedjes en bloemenslingers met Oerol zijn je bespaard gebleven dit jaar en ondanks dat er een EK voetbal was én de Olympische spelen heb ik je niet in het oranje gehuld gezien.
Daar sta je dan, een heldin, verworden tot insta-waardige fotoachtergrond.
Je heldendaad is bij de toerist te onbekend. Niet iedereen bezoekt het Behouden Huys om te zien en horen wat er die dagen in 1666 gebeurd is. Misschien moet je gewoon eens de andere kant op wijzen. Richting West, Commandeurstraat, museum. Want ‘vremden’ terug naar West sturen, dat kan je als de beste.

Het standbeeld van het Striper Wyfke is in 1982 gemaakt door Huib Noorlander jr.

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom
Foto: Jacoba Meuldijk