Letter Better

Letter Better

Als mijn ouders nog geleefd hadden, zouden ze afgelopen week 65 jaar getrouwd zijn geweest. Ik kijk naar hun trouwfoto. Zo jong nog. Het blijft vreemd om je ouders te zien in de leeftijd dat ze minder dan de helft zo oud waren dan jezelf nu bent. Mijn moeder 24 jaar, mijn vader nog een jaar jonger. Ze hadden elkaar ontmoet zoals vele koppels op het eiland; de eilander meisjes die omgaan met de jongens van de zeevaartschool.

Met een kleine op komst werd het tijd om eigen woonruimte te zoeken, maar ook in 1957 viel dat niet mee. Uiteindelijk dienden mijn grootouders een bouwaanvraag in, voor een huisje bij hen in de tuin. Er mocht gebouwd worden, maar het huisje moest aan de kant van de straat het uiterlijk van een garage krijgen. En zo geschiedde. Zou het nu een Tiny House heten, toen was het gewoon een piepklein huisje. Vanuit de gezamenlijke tuin stapte je het keukentje binnen, links was de kleine woonkamer en rechts een slaapkamer waar net een tweepersoonsbed kon staan. Een badkamer was overbodige luxe. In de houten garagedeuren mochten gelukkig wel twee raampjes gezet worden. Het huisje kreeg de naam

‘Letter Better’; in de naam lag het verlangen naar een betere toekomst.

Konden mijn ouders in 1957 geen woning krijgen, in 1989 was dat niet anders. Ook ik had een paar jaar daarvoor een ‘zeevaartschooljongen’ leren kennen, wat na een paar jaar serieus werd. Mijn ouders hadden geen ruimte voor een huisje in de tuin en dus werd het een soort eilander nomadenbestaan. Zat mijn vriend, nu man, op zee, dan woonde ik bij mijn ouders. Voor de verlofperiodes regelde ik een onderkomen voor ons samen. Zo woonden we in de Fernandolaan op West, aan de Duinweg in Hoorn, in een boerderij in Lies, in

Formerum in een piepklein huisje en later tegenover de molen. We laadden de hond, een stereotoren, onze CD-collectie, een keyboard, kleding en beddengoed in de auto en daar gingen we weer naar het volgende adres. En ondertussen bekeken we enkele koopwoningen die het net niet werden. Uiteindelijk hadden we geluk en kochten we in een tijd dat woningen vaak binnen een dag verkocht waren, binnen 10 uur nadat het te koop gezet werd onze huidige woning. Voor mijn man werd het ‘kopen zonder kijken’. Terwijl hij net naar zee was gegaan, kocht ik het huis. Hij moest nog drie maanden wachten voor hij het kon zien.

Het eiland is sinds die tijd dat mijn ouders woonruimte zochten enorm veranderd. Wijk na wijk werd gebouwd. Maar de woningnood bleef.

Op zich kijk ik ook met plezier terug naar de tijd dat we als eilandnomaden leefden. De verlofperiodes voelden ook als een soort vakantie om elkaar beter te leren kennen en te oefenen voor het ‘echte samenwonen’. Maar ik kan begrijpen dat de situatie voor sommigen moeilijk is. Woningnood is ook op Terschelling van alle tijden. Je zou het een traditie kunnen noemen al is het geen leuke. Gelukkig wordt het voor de meeste woningzoekenden uiteindelijk nog steeds ‘Letter Better’.

Tekst: Nienke Meijvogel-Blom