Dominee Grevesteyn

Dominee Grevesteyn

Het voordeel van het coronaveilige eenrichtingsverkeer in het Behouden Huys, is dat de bezoekers langs alle kamertjes, zolders en exposities worden geleid. Voorheen zeiden we altijd: ‘Dwaal lekker rond.’ Nu is het: ‘Houd u zich vooral aan de aangegeven route.’ Voor de coronatijd kwam het vaak voor dat mensen onbewust dingen overgeslagen hadden.
‘Heeft u het verhaal van de brand van 1666 wel gezien?’ ‘Nee, ik geloof het niet..’ ‘Wacht maar even, ik ga even kijken of de dominee vrij is.’
Door de laatste mededeling werd de nieuwsgierigheid naar het verhaal van de brand alleen maar groter, want welke dominee zit de hele dag op bezoekers te wachten om daar te vertellen over die veelal vergeten ramp?

Wie was die man eigenlijk, die dominee Grevesteyn, die bij ons zijn verhaal doet over de Engelse Furie, de grote brand in 1666? Johannes Grevesteyn werd op 21 juni 1654 predikant van de hervormde gemeente op West-Terschelling. Daarvoor was hij predikant in een dorp in de buurt van Den Bosch en daarvoor op Schokland. Zijn vrouw Hester was de dochter van de bekende predikant Petrus Plancius. Over de eerste twaalf jaar van zijn tijd op Terschelling is niets bekend; alle archieven zijn door de grote brand verloren gegaan.

Als vrijwel heel West-Terschelling door de Engelsen in de as is gelegd verhuist Grevesteyn zijn vrouw tijdelijk naar haar moeder in Kampen. De dominee zelf blijft, neemt zijn intrek in het raadhuis, wat aan de vlammen ontkomen is, en besluit de bevolking te gaan helpen bij de wederopbouw van het dorp. Vier dagen na de brand heeft hij al een vergadering met de kerkenraad aan boord van een galjoot voor de kust van Harlingen, met als belangrijkste agendapunt de wederopbouw van West. Hij reist meerdere malen naar steden in Noord-Holland om daar geld los te krijgen en organiseert tenslotte een verloting, waarbij de deelnemers kans maken op mooie tinnen en zilveren voorwerpen. En het lukt, hij krijgt het geld bij elkaar. Niet zolang daarna, op 13 augustus 1669 overlijdt hij.

Sinds 2016 is de dominee terug op West-Terschelling en vertelt zijn verhaal over de brand in het Behouden Huys, in een van de panden die in 1668 gebouwd zijn. En hij is nog net zo populair als hij in 1666, door al zijn hulp aan de eilanders, geweest moet zijn. Met zijn gezicht gericht naar de spiegel, waarin op wonderbaarlijke wijze ook de grote brand te zien is, doet hij zijn verhaal. En met succes. Er wordt vaak over nagepraat.
Neem het oudere echtpaar dat twee jaar geleden het museum bezocht. Ze kwamen wat later op de ochtend en omdat het museum wat groter was dan ze dachten, besloten ze tussendoor even te gaan lunchen, om daarna de rest te bekijken. Bij terugkomst stak mevrouw gelijk van wal: ‘Nu moet u het ons toch vertellen! We hebben er tijdens de lunch bijna ruzie door gekregen. Wie is toch die dominee? Het moet een bekende acteur zijn en hij...’, wijzend op haar man, ‘zegt dat het Hans Dagelet is, maar ik denk iemand anders, maar ik weet niet wie…’
Of neem de vrouw van ergens achterin de dertig. Geblondeerd haar, gekleed in hotpants met topje en duidelijk niet al te veel zin om met haar cultuurminnende man het museum te bezoeken. Maar soms moet je wel eens iemand een plezier doen, al liggen je interesses wat uit elkaar. Na twee uur (!) kwamen ze weer naar buiten. De man ging zijn rugzak uit het kluisje halen. Ondertussen liep zijn vrouw enthousiast naar de balie: ‘Ik ben helemaal geen liefhebber van musea. Maar ik heb genoten!’ Ik hoef hier niets te lezen, ik hoef alleen maar te luisteren en te kijken… En die dominee!... Ik ben geloof ik een beetje verliefd op die man. Ik heb het verhaal twee keer bekeken’, giechelde ze, om vervolgens met een grote glimlach achter haar man naar buiten te lopen.

Hij had het eens moeten weten, die dominee…

Tekst; Nienke Meijvogel-Blom